Buurvrouw

Ik lig in mijn bed, en overdenk mijn zondes. Die zijn er maar weinig, maar gelukkig kan ik goed vergeten. De mooie dingen in het leven staan me goed bij. De geboorte van mijn kinderen, mijn eigen jeugd en wat daar nog aan vooraf ging. Mijn eerst fietstochtje op de fiets van een vriendje, want ik moest het nog leren. En ja, daar komen toch ook die andere herinneringen van pijn. Het gaat toch hand in hand. De geheugenslierten in mijn brein verbrand ik, zodat deze herinneringen voor altijd verdwijnen, dat is mijn wens.

Ik stap maar eens uit bed en gooi een plens water in mijn gezicht en met de natte handen ga ik door mijn haren, zit het tenminste een beetje in vorm. Na al het werken in de afgelopen dagen is een rustdag welkom. Ik hou niet van vissen, durf nog geen vis van de haak te halen. Ze zeggen dat ze niks voelen, maar ik geloof er niks van. Trouwens wat onvisselijk om zo’n beestje op het droge te halen.

Wandelen doe ik op mijn werk, zit op de postkamer. Het is geen zitten, maar meer lopen. Postzegels verzamelen doe ik niet meer. Ik denk me suf, wat vandaag eens doen. De was gaat er een andere dag in. De machine moet ook een rustdagje hebben.

Ik loop de tuin in, mooi weer. De zon staat hoog aan de hemel en de vogels zijn stil. Als je laat uit bed bent zijn ze uitgefloten. Ik loop weer het huis in en naar de koelkast, ruk een blikje bier open en zet het tegen mijn mond. Dat is mijn ontbijt voor vandaag. Heb totaal geen zin om vandaag weer die keurige mijnheer in een pak en stropdas te zijn, die de post komt rondbrengen. Ik neem het blikje mee naar mijn terras en leg mijn voeten op de andere stoel. Mijn rug doet nog pijn van het slapen. De alcohol zal het wel verzachten, dat is mijn ervaring.

Laat ik eens gek doen, en haal ook de borrelnootjes tevoorschijn. Het was niet mijn ontbijt, maar mijn avondeten dat ik nu aan het consumeren was. Ach ja, waarom niet een feestje, je moet toch elke dag, zelf de slingers ophangen. Dus weer naar de koelkast en neem alle flesje die erin liggen eruit en zet ze in het bierkrat. Nu blijf ik op mijn gat zitten.

De bel gaat. Mijn wenkbrauwen gaan omhoog, niks besteld. Het was de knappe buurvrouw, of ze een bakje mocht komen doen. ‘Prima, maar ik zit aan het bier’. ‘Heerlijk, dat heb ik ook liever’. Ze is charmant en geen gram te vet. Ik neem haar mee naar mijn tuin. Ze opent een flesje, en klokt het snel leeg. ‘Thuis mag ik dat niet van mijn man, hij is anti-alcohol.’ ‘Ik ben dus blij dat ik hier ben, en je frisse biertje mag drinken’. Ik bedenk snel weer een zonde, en kus haar met een mond vol bier, die ze in haar keel laat lopen. Het is onze standaard opening, want ze komt vaak bij mij. We hebben hetzelfde ritueel. Zij mag niet drinken van haar man, maar ze heeft geen man, we zijn beiden single. Ze graait een hand vol borrelnootjes uit de bak. Mijn dag is perfect, dit is wat ik altijd wens, maar we blijven in ons eigen huis wonen, en spelen dit spel al jaren. Ik weet ook hoe het eindigt.

Ze verdwijnt voor even. Ze was boven geweest en had haar bikini aangedaan. We logeren ook wel eens bij elkaar, hoop dat dit weer zo’n dag is. Maar ze laat me altijd in spanning. De zon scheen op haar toch al bruine huid. Ze stond weer op en nam weer een biertje, dat ging snel. Maar als het op is, heb ik nog wijn. Heb geen zin om haar te verlaten en naar de supermarkt te gaan. Ze vertelde over haar werk, hoe leuk het is.

Gelukkig is alles een spel. Ze woont gewoon bij mij, maar slaapt apart. We verrassen elkaar met spelletjes. Ze belt dan aan, en weet precies hoe laat het is. We drinken elke dag, en niet met maten. De vorige keer speelde ze voor postbode, mijn favoriet. Ze heeft dan een pakketje en ik moet de deur opendoen voor ontvangst en een handtekening. ‘Een bakkie, mevrouw?’

Ze kruipt op mijn schoot en ik sla mijn armen om haar heen. Ik kus haar op haar mond. Ze beantwoordt mijn gebaar met een tongzoen. Ze knoopt mijn blouse los, en ze aait over mijn zwarte borstharen en tepeltjes. Het doet me niks. Ik knoop haar bikini-topje aan de achterkant los. Ze staat op en begint te dansen. Ik dans met haar mee, en pak haar heupen vast. Niemand die ons kan zien. We zitten weer. Ik bewonder haar. Het is gelukkig zaterdag. De bel gaat weer. Ik loop naar de deur en kijk door het gaatje, hmm de postbode. Ik neem het pakketje aan en geef haar een kus. ‘Een andere keer, liefje. Ik ben druk bezig.’ ‘Mag ik niet even een drankje bij je komen doen? Nou vooruit dan maar.’ Ze loopt meteen naar de tuin, voor haar verrassing. Daarna meteen naar boven, en komt terug in ook een bikini, maar zonder topje, loopt naar de koelkast en opent een fles wijn.’ Daar zitten we dan. De fles wijn staat op tafel en ik haal twee glazen. De vrouwen zijn druk in gesprek. Het zijn vriendinnen.

Ik haal de frituur tevoorschijn en maak een bittergarnituur. De mosterd komt ook op tafel. De dames beiden slank en ik zit met een bierbuik, maar dat vinden ze niet erg, dat zien ze niet. Als het gereedschap maar niet gaat roesten zeggen ze altijd met een lach. Ik verdwijn naar boven en trek mijn zwembroek aan. Ogen gluren me aan. Ik wacht af, op de keurende beoordeling. ‘Lekker ding, zegt de vriendin.’

We drinken er nog een paar, en wat hapjes, tot de schaal leeg is. Haar vriendin gaat weg. Wij vluchten naar boven. Maken de liefde, en daarna verdwijnt ze naar eigen kamer. Ik wacht op de volgende zaterdag.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *