Het glas

Champagne glas aan de mond. Elke dag weer een dag van oud op nieuw. De bubbeltjes gaan hun eigen weg en spelen een spel met het licht. Onwillekeurig neem ik weer een slok en voel de tinteling over mijn tong gaan. Ik voel me God in dit bestaan, en glimlach naar me glas, ‘ik vul je wel weer als je leeg bent’. Het glas kijkt me aan, ‘laat me niet leeg staan’. Onze verstandhouding is goed. Als een revolverheld pak ik het glas weer beet en kijk recht in het glas. Wie van ons gaat winnen? Ik dus. Met een fles achter de hand voelt het glas zich veilig, maar ik weet beter. Nog steeds voelt het glas koud aan, dus langzaam heb ik er niet over gedaan, ik houd ook niet van lauwe drankjes. Het glas geeft zich over, aan mijn nukken. ‘Toe maar, vul me maar weer’. Moet ik daarover twijfelen, want het smaakt best wel goed. Beter samen een, als dat we niet samen willen zijn. Dus ik verwen mijzelf en haar en giet nog bij. ‘Jeetje heb je wel alles op een rij? ‘ Ik zwijg. Morgen praten we er verder over en kijken wie er gewonnen heeft, de scherpschutter of het gedicht.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *