Zwart Wit

Daar staat hij, helemaal in het zwart, zijn huid en kleren. Een mooie verschijning, maar van dit soort van mensen zijn geen standbeelden. Het is toch wit wat de klok slaat. Hij liep de straat door, had mij nog niet gezien. Ik was getogen in witte kleren, en heb ook een zwarte huid. Prachtige combinatie, hij de bruidegom en ik de bruid. Ik liep achter hem. Hij ging een winkel in. Wat zou ik nu doen? Ook erin, of buiten wachten? Voor ik het kon bedenken was hij alweer op straat. Hij keek me strak aan, had me gezien. Kwam op me af. Vroeg of ik wilde dansen. Natuurlijk wilde ik dat, maar niet hier, zei ik. Hij pakte me vast en zwierde me rond. Hij zong erbij, en het kwam me bekend voor, omdat mijn ouders deze muziek ook afspeelden. Zijn mond ging naar mijn oor. Wat wil je nu, zei hij. Ik dacht, nog meer. Hij kuste me, finaal op de mond en nam me aan de hand mee. Bij mij kriebelde het overal. Wat ging ik meemaken met deze totaal onbekende? We liepen naar het museum, dat wist ik. Het ging daar over onze voorouders. We waren binnen. Ik had het al eens gezien. Hij natuurlijk ook. Ik deed net of het allemaal nieuw was voor me, en hij charmeerde me daarmee. We liepen nog steeds hand in hand. Ik wist zijn naam niet. Hij vertelde dat hij hier werkte, alleen in het weekeinde was hij vrij. Dus vervolgde hij, ik ken dit gebouw van haver tot gort. Mij kende hij niet. Een zwarte onbekende vrouw.

We liepen nog wat rond. Ik vroeg, ‘wat voor werk heb je?’ Ik run dit museum, zei hij. Ik leid ook gasten en groepen rond. Hm, interessant, was mijn gedachte. Hij drukte op het knopje van de lift en we stapten in de kelder uit. Hier is het mooiste van het museum, zei hij. Nou, ik vond hem mooi, met zijn sparkelde bruine ogen. Een lekkertje. Hij had me weer vast, en we dansten. Kom met me mee, zei hij. Verbaast als ik was, opende hij een deur. Binnenin waren alleen maar schoonmaak middelen, flessen schoonmaakmiddel en zwabbers en alles wat je wat nog meer nodig hebt. Hij betaste me en ging me ook kussen. De maat was vol. Ik vluchtte. Nam de trap omhoog en ging het gebouw uit. Deze wil ik nooit meer zien, was mijn gedachte. Wat dacht hij nou wel?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *